Recepten: crostatine alla confettura di prugne en fragoline al vino rosso
Gisteravond aangekomen in Mantova (Mantua), prachtige stad in de noorderlijke streek Lombardia. Eindelijk vakantie! Me is very happy. J
Ik ben er voor de bruiloft van twee vrienden: Riccardo, een Mantovano “pur sang”, en Zuri, pittige, vrolijke en levenslustige Mexicaanse. Ik mag in hun appartementje in het centrum van de stad logeren, super! De allermooiste bezienswaardigheden én de lekkerste winkeltjes en restaurantjes zijn op loopafstand, wat kan ik nog meer vragen?
Ik verheugde me al een tijd op deze reis want Mantova is een heerlijk, typisch Noord Italiaans stadje met veel groen en een prachtig historisch centrum. In zo’n stad – Novara, in de streek Piemonte – heb ik tot mijn achtste gewoond en dat is waarschijnlijk de reden waarom alles hier zo vertrouwd aanvoelt. De geuren, de architectuur, zelfs het dialect. En het eten, natuurlijk! Vooral de vele rijstgerechten. Want ook om Mantova heen, net als in de rest van de Po-vlakte, wordt heel veel rijst verbouwd. En toch blijft Mantova een unieke stad met een eigen, zeer uitgesproken karakter. Ook op culinair gebied. En dat is nou juist één van mijn lievelings onderwerpen...
Het leven is hier o zo zoet! Het is alsof Mantova door de eeuwen heen magisch beschermd is gebleven tegen de stress van de grotere, drukkere steden. Als je om je heen kijkt heb je soms echt het idee dat de Renaissance nog niet helemaal voorbij is. De mensen zijn dan wel modern gekleed maar de statige schoonheid van de oude gebouwen en de rust die deze stad uitstraalt geven je het gevoel dat de tijd hier toch een beetje stil staat.
Mantova is zeer fietsvriendelijk. Hier vind je ontelbare fietspaden, die door voetgangers en fietsers tegelijk gebruikt mogen worden. Wel altijd opletten als je hier aan het fietsen bent, want deze zeer Nederlandse (en weinig Italiaanse) gewoonte is redelijk nieuw hier en niet alle autorijders letten op de vele fietsers als ze links of rechts afslaan.
Mijn dag is ook zoet en rustig begonnen met een perfecte cappuccino en een zalige crostatina alla confettura di prugne op het terras van een klein cafeetje in het centrum. Ik ben alleen want Riccardo en Zuri zijn druk bezig met de voorbereidingen van hun bruiloft en mijn andere vrienden komen pas over een paar dagen aan, een beetje uit alle hoeken van de wereld. Dus ontbijten doe ik vandaag alleen. Niet dat ik het erg vind. De crostata smaakt voortreffelijk en ik heb alle tijd om aantekeningen en foto’s te maken terwijl ik onder een parasol van mijn ontbijt geniet.
Het idee achter de crostata alla confettura is simpel en toch heel smakelijk: een krokante taartbodem met een vulling van jam. In dit geval pruimenjam, bij voorkeur zelfgemaakt (klik hier voor het recept) niet al te zoet en met een vleugje zeer aangename zuur. De lekkerste crostata wordt natuurlijk bereid met zelfgemaakte (pruimen)jam en is een echte klassieker. Een taart die alle kooklustige Italiaanse kinderen - ik dus ook, een tjidje geleden al - als één van de eerste zoete gerechten van hun mamma leren maken omdat het makkelijk te bereiden is en heerlijk als vieruurtje (“la merenda”) kan dienen. Het recept is van mijn zus Francesca, die fantastisch kan koken en als regelrechte zoetekauw gespecialiseerd is in taarten, gebakjes en alles wat gesuikerd is. Hiermee kun je één grote crostata maken of meerdere kleine eenpersoons crostatine zoals die van mijn ontbijt.
Crostata alla confettura di prugne
200 gr. bloem
100 gr. boter
100 gr. suiker
geraspte schil van 1 citroen
1 ei plus 1 eigeel
1 snufje zout
Meng heel kort in een kom het bloem met de suiker, de citroenschil, de in blokjes gesneden koude boter en het zout tot grove korrels deeg.
Werk met de vingertoppen het ei en het eigeel erdoorheen zonder te veel te kneden.
Duw het deeg in elkaar tot een samenhangend bal. Kneed niet te lang, anders wordt het deeg niet bros genoeg tijdens het bakken.
Pak het deeg in plastic folie in en laat het een half uur in de koelkast rusten.
Snijd het deeg in twee delen: één groter dan de ander (ongeveer 3/4e). Rol het groter stuk met behulp van een deegroller en 2 vellen plastic folie (zodat het deeg niet aan de roller of aan het werkblad plakt) en bedek daarmee een dik beboterde taartvorm van ong. 24 cm (of eventueel 4-6 kleine taartvormpjes, hoeveel precies je krijgt hangt van hoe dik je de bodem maakt af).
Vul de taartbodem met pruimenjam. Maak met het overgebleven deeg lange, platte sliertjes – gebruik hiervoor eventueel een ravioli-tandwieltje – en plaats ze kruislings op de crostata als een soort rooster.
Bak de crostata in de oven op 180°C totdat het deeg een licht kleurtje heeft gekregen.
Laat de taart een beetje afkoelen en serveer in punten.
Na mijn ontbijt ben ik lekker relaxed door de stad gaan slenteren. Lopend, want alles is makkelijk op deze manier te bereiken en het centrum autoluw is (alleen de bewoners met vergunning mogen met de auto binnenkomen). En wat een aangename verrassing als ik, tijdens een kort bezoekje aan de groenteboer, heerlijke fragoline di bosco (bosaardbeitjes) tegenkom. Ik had ze in jaren niet gegeten. Zo klein en zo rijk van geur en smaak dat het onmogelijk is om niet stante pede een bakje leeg te eten. En dat doe ik uiteraard. Meteen om de hoek bij de groenteboer is Piazza Matilde di Canossa, een klein pleintje met een nog kleiner kerkje. Zittend op het kerktrapje verorber ik in no time een bakje fragoline. Ze smaken echt anders dan gewone aardbeien, en veel intenser. Een van de meest gebruikelijke manieren om ze te eten is, behalve direkt uit het bakje als je echt niet kunt wachten zoals ik, gemarineerd in rode wijn met een beetje suiker. Niets meer, want meer hebben ze niet nodig. Ik heb nog drie bakjes gekocht en heb ze ’s avonds met Riccardo, Zuri en Giovanni, de jongste broer van Riccardo (hij heeft er vijf!) op het dakterras van hun vaderlijk huis gegeten. Ik had twee flessen Brachetto gekocht en één daarvan heb ik gebruikt voor de marinade. De andere fles hebben we natuurlijk opgedronken terwijl we ons toetje aten.
Brachetto is een lichtrode, mousserende dessertwijn uit Piemonte die naar bosvruchten smaakt. Heerlijk bij dit soort gerechten. En als je geen dessertwijn hebt, gewone rode wijn is ook prima om de aardbeitjes te marineren.
Dus, om fragoline al vino rosso voor vier personen te maken heb je het volgende nodig:
3 bakjes bosaardbeitjes (300 gr.)
1 fles Brachetto, moscato of lichte rode wijn
3 eetlepels suiker
Was de bosaardbeitjes nooit met water, want ze zijn heel teer. Spoel ze desnoods kort met een beetje wijn, die je dan weggooit.
Leg de aardbeitjes in een glazen of porceleinen kom, strooi de suiker eroverheen en giet er drie kwart Brachetto fles overheen.
Laat ze minstens een paar uur in de koelkast marineren. Serveer ze met een glas koele Brachetto of Moscato. Yummie!
P.S.: Als je geen bosaardbeitjes kunt vinden kun je natuurlijk ook gewone aardbeien gebruiken.
Alle foto's: Nicoletta
Reacties