Foto: Jan Bartelsman
Dit is een recept uit mijn kindertijd én uit mijn tweede kookboek "Cucina di casa mia - Recepten van een Italiaanse familie" en het is voor mij DE smaak van de kerstdagen.
In de winter aten mijn oma Isa en opa Angelo altijd heel veel citrusvruchten, vooral sinaasappelen en mandarijnen. Na het eten kwam er altijd een schaal met fruit op tafel, zelfs na de grote kerstlunches waarbij we al meer dan genoeg hadden gegeten. Sinaasappelen waren hun lievelingsfruit. Ik denk dat ze wel een paar kilo per week aten, met z’n tweeën.
Hun huis rook altijd heerlijk naar sinaasappelschil. Deze geurende sinaasappelballetjes zijn een fantastisch voorbeeld van ‘recycling’ in de keuken: mijn oma maakte ze voor de kerst van al de sinaasappelschillen, die anders weggegooid zouden worden.
Ik maak ze nu met biologische sinaasappelen maar toen was er geen keuze: het waren gewoon sinaasappelen van de markt. Mijn oma legde de schillen een paar dagen in koud water om de bittere smaak van de witte velletjes weg te nemen. Daarna werden ze fijngemalen, gekookt met water en suiker en opgerold tot balletjes.
Je kunt deze balletjes lang bewaren in een glazen pot of in een blik. Ze worden steeds harder, maar ze blijven heel lekker en zijn fantastisch als digestief - handig na heftige kerstmaaltijden! - dankzij de essentiële oliën in de sinaasappelschillen.
Toen ik jong was maakte ze ik voor mijn vriendinnen als kerstcadeautje omdat ze er allemaal gek op waren. In een mooi potje of blikje zijn ze dus ook heel leuk als cadeautje.
Ook heel lekker: half gedoopt in gesmolten donkere chocola (alleen half, zodat je de gekonfijte schilletjes nog kunt zien). Laat ze op bakpapier drogen en daarna... geniet ervan!
Serveer ze bij een kopje sterke espresso. Perfecte combinatie!
Bereiding: 40 minuten – voor circa 30 stuks
500 g biologische sinaasappelschillen, mét het witte gedeelte
500 g suiker + extra om te rollen
Beetje water
Laat de sinaasappelschillen een paar dagen in een kom met koud water liggen en ververs het water regelmatig.
Neem de schillen uit het water, maal ze fijn en breng ze langzaam aan de kook met de suiker en een beetje water. Het beste gaat dat in een koekenpan met antiaanbaklaag.
Als je merkt dat het mengsel te droog wordt, voeg af en toe wat water toe en laat het verder inkoken. Het mengsel hoort redelijk zacht te blijven, zodat je er balletjes van kunt rollen (ook na het afkoelen).
Als het mengsel enigszins afgekoeld is, rol er balletjes van ter grootte van een walnoot. Wentel ze daarna door de extra suiker.
Laat de balletjes een halve dag op bakpapier drogen.
Bewaar ze in glas of blik.
Reacties
U kunt deze conversatie volgen door in te schrijven op de reactiefeed van dit bericht.